ronaldkathrin.reismee.nl

Wist u dat, Azië......

Wist u dat, Azië.....

- We totaal meer dan 2 weken in een bus hebben gezeten?

- De gemiddelde temperatuur altijd boven de 30 graden was?

- Er gemiddeld 4 personen op een scooter gaan?

- Een volle bus nooit vol is en er altijd nog wel plek is?

- De bussen minstens met 50 lichtjes en 10 verschillende kleuren zijn versierd?

- Een uur op een olifant zitten niet bevorderlijk is voor Ronald zijn O-benen?

- Half Nederland in Azië rondloopt?

- Een kwartier in Laos een uur duurt?

- Een Duits visum is Laos 5 dollar goedkoper is dan een Nederlandse?

- De naam Ronald niet is uit te spreken in Azië?

- We uit een kledingwinkel in Bangkok zijn getrapt, omdat we ‘alleen maar wouden rondkijken’?

- Een beet van een (gifgroene) duizendpoot best wel pijn doet?

- In Phnom Penh (Cambodja) de discotheken veredelde hoerenkasten zijn?

- Na een paar pilsjes je vrouwen en lady-boys niet meer uit elkaar kan houden?

- In Thailand de beste coconut en banana shakes te vinden zijn?

- Krab eten een hele opgave is?

- In Azië op de markt je gulden echt een daalder waard is?

- Je niet naar de wc moet gaan (number 2) op stilstaande boot terwijl er mensen aan het duiken zijn?

- Wobbe gemiddeld 5 ‘springrolls’ at per maaltijd

- Skype voor de moeder van Ronald de beste uitvinding sinds jaren is?

- We in Krabi (Thailand) een heel hotel, inclusief zwembad, voor ons alleen hadden? En dat voor 5 euro per nacht?

- Kathrin een schaar heeft gekocht en nu parttime kapper is?

- We ‘maar’ 1x ‘bedbugs’ hebben gehad?

- Onze benzine uit de scooter is gejat in Sihanoukville?

- Een gemiddelde straat in Singapore 5 winkelcentrums bevat?

- Kauwgom kauwen en hard praten in de metro in Singapore streng verboden is?

- Orang-oetangs van gebakken noodles houden?

- Apen goed zijn in zonnebrillen jatten?

- We Wenda, onze collega van de anesthesie, tegen het lijf liepen op Bali

- Scooter rijden op Bali niet voor mensen met een zwak hart geschikt is?

- Onze vlucht naar Darwin geannuleerd werd en we daarom (helaas) de nacht moesten doorbrengen in een 5 sterren hotel?

- Ronald daar niet heel veel van heeft genoten omdat hij bij de dokter zat met een ooginfectie?

Goodbye Asia, Goodmornig Australia

Vanuit Darwin, Australië: G’day Mates! Na een super relaxte week doorgebracht hebben tezamen met onze vrienden Erwin (wederom voor de intimi; Wobbe) op Koh Tao, was het afscheid nemen des te zwaarder, dit was een plek om veel langer te kunnen blijven. De dagelijkse activiteiten zoals: laat opstaan (iedereen behalve Wobbe), lekker eten, rondhangen op het strand, snorkelen, duiken, bier drinken en kaartspelletjes spelen konden we hier wel een half jaar lang volhouden. Nadat Wobbe en Paulien dus waren vertrokken (richting Chiang Mai en Pauliens vader) vonden we het zo zielig dat we ons zelf nog maar een keer moesten verwennen! Na Koh Tao reisden via Krabi naar de Maleisische grens om ons naar de Perhenthians te begeven. Een eilandengroep ten noorden van de Maleisische kust. Dit waren hele toffe dagen op een fantastisch eiland, we hebben er veel gedoken (haaien, schildpadden, stingrays, etc.) en vooral veel gerelaxt. Hierna leek het ons tijd voor weer een grote stad: Kuala Lumpur en Singapore here we come!

Kuala Lumpur is een hele mooie stad dat een mengelmoes is van culturen en geloven.Naast de Maleisiërs zie je veel Indiërs en Chinezen. Wat wij voornamelijk leuk vonden is dat deze invloeden zich ook uitten in het eten, potverdorie wat is dat lekker! We hebben ons hier zat gegeten in fried noodles, verse vis, roti canai, rice ayam, murtabak en nog veel meer. Het nadeel hiervan is natuurlijk de kilos die erbij komen, althans voor Kathrin, Ronald valt alleen maar af (hèhè). Een bezoekje aan de tandarts is binnenkort misschien wel nodig, Ronald heeft namelijk een Indische delicatesse ontdekt, Burfi (het smaakt niet zoals het klinkt). Dus Guna: als ik terug ben gaan we je Indische receptenboek even doornemen! Na Kuala Lumpur en tussendoor Melakka (oude Nederlandse nederzetting rond 1600 met een fantastisch oud centrum) reisden we naar de volgende metropool (en land) Singapore. Voor wie van winkelen houd krijgt hier een hartverzakking, (David beloof ons dat je Anja hier nooit naar toe laat gaan) het ene na het andere supersonische winkelcentrum, de ene nog groter dan de andere met de wereld aan kleding, eten, elektronica etc. We hebben er 3 dagen met grote ogen en pijnlijke voeten rond gelopen.

Om naar het andere Maleisie (Borneo) te komen vlogen we vanuit Singapore naar Kota Kinabalu. Waar in navolging van de familie Koolstra ook wij het idee hadden om een berg te beklimmen in Borneo en om het maar gelijk goed te doen beklim je dan een berg van meer dan 4000 meter. De spiermassa en fitheid is in de afgelopen maanden al flink afgenomen maar we vonden ons fit genoeg om dit aan te kunnen. We werden vergezeld die ochtend door uitgedoste Chinezen en Japanners met te grote camera’s, allen in hippe wandelkleding (glimmende trainingspakken en witte tennisschoenen). Na de eerste paar uren ploften we neer voor onze lunch wat we aten onder toeziend oog van onze gids (die niks anders deed dan ons uitlachen van afstand en met z’n handen in zijn zakken achter ons aan liep). Het tweede deel van de tocht (tot aan onze slaapplek op 3000@ meter hoogte) viel zwaar tegen, vooral voor Kathrin die kapot was en veel last had van de hoogte. De volgende ochtend (2 uur s’nachts) gingen we verder voor deel 2, wat nog zwaarder en steiler bleek dan de dag ervoor. Het werd een echte slijtageslag en mensen vielen werkelijk bij bosjes, half kotsend en hyperventilerend boven komend . De beloning kwam op de top met een fantastische zonsopgang (bij een temperatuur van 1 graad) en een geweldig uitzicht. Na ongeveer een half uurtje werd de afdaling al weer ingezet. Ook dit was zeer pittig en de vermoeide benen maakten het moeilijk om nog normaal te lopen. Uiteindelijk weer beneden waren we natuurlijk super trots op ons zelf en waren we vooral toe aan een bed en biertje.

In de dagen erna leerden we Lucas kennen, een Oostenrijkse (show) barkeeper in het skigebied aldaar, waarmee we een hele leuke tijd beleefden. Samen reisden we naar Sandakan, een hele leuke plaats waar we veel gewandeld hebben in de jungle en Orang Oetangs hebben gezien! Vooral voor de locals in Sandakan waren wij de leukste attractie, Lucas met z’n 1,95, lange haren en baard en Kathrin met haar blonde haren. Na tal van fotosessies op straat voelden we ons als popsterren. Na deze dagen vertrokken wij richting Semporna en Lucas ging terug naar K.K voor het beklimmen van die verdomde berg. In Semporna zelf is weinig tot niks te beleven maar het zijn de eilanden voor de kust waar we voor kwamen, althans op 20 meter diepte. Het duiken is hier van wereldklasse en dat hebben we hier dus ook volop gedaan. Vrijwel elke duik werden we vergezeld door schildpadden, haaien, roggen en vissen met alle kleuren van de regenboog!

Vanuit Semporna vertrokken we terug richting Kota Kinabalu. In een helse busrit van 12 uur dwars door Borneo, waarin slapen onmogelijk was door: de net te krappe stoeltjes, roggelende mensen om ons heen, beltoontjes die keihard en om de minuut afgingen van bijna alle passagiers in de bus en natuurlijk de fantastische wegen, waren we in K.K. Rond half 2 in de nacht liepen we ons hostel binnen. Dit was niet zomaar een hostel, nee we sliepen ‘thuis’ bij Lucy, in ‘Lucy’s homestay’. Slaperige Lucy deed de deur open en verwelkomde ons naar onze slaapzaal waar reeds 3 backpackers sliepen en geërgerd opkeken toen wij stommelend binnen kwamen (een backpack uitpakken kan niet zonder geluid). Helemaal kapot kropen we in onze hoogslapers waarna bleek dat Lucy niet de enige bewoner is in het pand, naast haar leven er nog iets van 5 katten (we ontdekken er elke dag meer) die zonder pardon in je bed springen en op je gaan liggen. Vooral Ronald, de grootste kattenliefhebber in de wereld, sprong een gat in de lucht. Kathrin gaf mij (die onder sliep) nog als tip mee om ook boven te gaan liggen om zo de katten te vermijden maar het was Kathrin die 3 keer een kat uit haar bed moest gooien die nacht. De volgende ochtend ontdekken we hoe knus en gezellig ons nieuwe onderkomen was maar hoe erg het herinnerde aan onze pubertijd, vooral Ronald zag flitsen van zijn jeugd voorbijkomen. De geur van wasmiddel en een schoonmakende Lucy die constant achter onze kont aan het opruimen was en ons verbeterde en uitlegde wat we wel en vooral niet mochten doen. In de hete middagzon onderuit gezakt met een boekje op het balkon zitten werd ruw verstoort doordat onze nieuwe moeder de was (onze was) moest ophangen. Tja, het leven van een backpacker gaat niet over rozen.

Na nog een wilde nacht in K.K, met een gast uit Liverpool (die lui kunnen drinken, niet normaal) en twee oude bekenden (van het duiken) uit Rotterdam en Ierland vertrok ons vliegtuig, natuurlijk veel te vroeg, richting Kuala Lumpur om daarna gelijk door te vliegen naar Bali. Ronald was die dag niet echt fit en heeft tussen de vluchten door het ontbijt er weer uitgewerkt. Bali was heel leuk maar ook erg toeristisch. We hebben veel gezien maar daarvoor ook erg veel op de scooter moeten zitten. Om het te beschrijven; alsof je je constant bevindt op de a28 gedurende de spits. Verder wederom gedoken en een fantastische zonsondergang gezien.

Nu we dit typen bevinden we ons alweer in Australië, Darwin om precies te zijn. De reden voor dit late verhaal is wat computer probleempjes en eigenlijk gewoonweg geen zin hebben om het te typen. Excuses hiervoor, klachten kunnen worden doorgebeld naar: 0435277519, vanaf heden ons nieuwe Australische nummer. De nieuwe foto’s komen er ook zo snel mogelijk aan, dat beloven we…..

Van Plensbuien naar Ping Pong en het Paradijs

Lang reizen heeft nogal zijn invloed in hoe relaxed je aan het worden bent en hoe je daaruit je prioriteiten stelt, dus ook het typen van een verhaaltje, maar goed hierbij dus:

Vanuit Koh Tao, Thailand: Sawat Dii!

Omdat we waren weggespoeld vanuit noord Laos vertrokken we richting de hoofdstad, hopend dat de regen ons niet achterna zou komen. Om hierna door te reizen naar een klein dorpje in centraal-Laos, richting de Vietnamese grens. In dit dorpje, genaamd Ban Konglor bevind zich een gigantische grot, waarvan de doorgang pas 10 jaar geleden is ontdekt. Het staat nog niet lang in de reisgidsen dus een goede reden om het te bezoeken. De weg ernaar toe was wederom lastig, een klapband onderweg, lange onverklaarbare stops en tenslotte bleek de enige toegangsweg tot aan het dorp overstroomd, zodat we met een bootje een stuk van zo’n 5km moesten overbruggen. We waren samen met Dennis (Australië) en Shannon (Engeland) de enige toeristen die dag. Het landschap was fantastisch en het bezoek aan de grot was geweldig. Op sommige plekken kon je er een jumbojet in kwijt, zo groot was het daarbinnen.

Met Dennis, Sharon en de inmiddels aangesloten Wim (België) besloten we verder te reizen naar het zuiden van Laos. Hier, op de grens met Cambodja, is de Mekong rivier erg breed en zijn er over een gebied van ongeveer 200 km, 4000 eilandjes verspreid. Wij kozen een van deze eilanden uit om die eens flink onveilig te maken.

Met de welbekende kaartspelletjes, flessen whisky voor 10000 kip (zo’n 90 eurocent) en onze nieuwe prettig gestoorde reisgenoten beleefden we 4 hele toffe dagen in het zuiden van Laos.

Hierna betekende het voor ons en Dennis afscheid nemen van Sharon en Wim, die met z’n tweeën richting China vertrokken. Wim jonge, als je dit leest: geniet van je reis, laat de Chinese vrouwen daar met rust en als je je verveelt kom ons gerust opzoeken, we missen de Belgische humor.

Met Dennis, chef-kok uit Nimbin, Australië reisden we met de bus verder richting Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Reizen met de bus in Cambodja is niet veel anders dan bijvoorbeeld in Laos of Thailand, alleen het uitstappen na een busrit was toch even anders danwat we tot dusver mee hadden gemaakt. Zodra je met een voet uit de bus stapt lijkt het alsof te transformeert in een popster en te midden van duizenden fans staat. Iedereen wil je in zijn hostel hebben en vliegt je om de nek. Voor Dennis was het helemaal erg, hij is namelijk niet de kleinste, en voordat hij het doorhad had hij 3 Cambodjanen om z’n nek hangen en 1 iemand die zijn tas al in een tuk-tuk had gelegd. Na deze invasie van kleine kereltjes die onder invloed leken van xtc ploften we neer in een hostel in de stad. Phnom Penh bleek een hele mooie stad en vooral heel nieuw. Voor Dennis was het heel raar om hier te komen want zo’n 10 jaar geleden is hij er ook al geweest en stelde de stad niet veel voor. Er waren toen een handjevol hotels en restaurants te vinden en avonds was het niet veilig op straat.

Phnom Penh is een stad met 2 gezichten, in de 3 dagen dat we er waren hebben we een hippe en leuke stad ontdekt maar hebben we ook de donkere kant gezien. Een bezoek aan de ‘Killing Fields’ en een oude school wat omgebouwd was tot gevangenis, genaamd S-21 prison doet je heel anders kijken naar de bevolking en het land. Op deze en nog vele andere plekken zijn duizenden mannen, vrouwen en kinderen gemarteld en omgebracht tijdens het regime van Paul Pot en de rode Khmer. Sinds dit bezoek valt het je op dat de bevolking, waarvan vele dit hebben meegemaakt, altijd vriendelijk blijven en je met een lach op het gezicht te hulp schieten.

Na Phnom Penh reisden we verder naar Siem Reap. De uitvalsbasis voor een bezoek aan de tempels van Angkor Wat. Angkor Wat is in een woord geweldig! We hebber er drie dagen rond gelopen en zelfs dit lijkt ons nog niet genoeg om alle tempels echt goed te bekijken. De tweede dag hebben we nog geprobeerd om een mooie zonsopkomst te zien (samen met duizenden andere toeristen) maar regen en wolken gooiden roet in het eten.

De mensen thuis moeten trouwens niet raar opkijken als we terug komen met een paar Cambodjaanse kinderen in onze backpack. Voor Kathrin is het namelijk erg moeilijk om voorbij zielig kijkende baby’s en kindertjes te lopen zonder te zeggen; Aah Ronnie, koek mar wie süß! En dan met een blik naar mij van: als we je spijkerbroek en dat shirt eruit gooien passen ze er wel in.

Na Siem Reap zijn we verder gereisd naar Battambang, waar het hoogtepunt het rijden op een bamboetrein was. (nou dan weet je het wel!). Ook daarna in Sihanoukville en in Kampot zijn we vrij kort geweest omdat het of veel regende of gewoon niet heel leuk was. In Sihanoukville hebben we Andre weer ontmoet, die we ook al in de 4000 islands tegen zijn gekomen. Met Andre hebben we nog een dikke week samen gereisd en heel veel gelachen. Onder andere in de hoofdstad waar we in een discotheek (lees; bordeel) belandden. Andre reisde hierna door naar China en wij naar Bangkok om Antje, een goede vriendin van Kathrin, en Matthias haar vriend te ontmoeten. We hadden van Andre nog een tip meegekregen om een pingpong show in Bangkok te zien. Antje en Matthias hadden we overgehaald om ook mee te gaan. Het is moeilijk om de woorden te vinden voor dit geheel, maar laten we zeggen; we zijn een hele bizarre ervaring rijker en Andre bedankt voor de tip jonge, ahum! Het ontmoeten van bekenden hield maar niet op want na Bangkok vertrokken we (met de nachtbus en daarna de ferry) richting Ko Samui waar onze vrienden Erwin (voor de intimi Wobbe) en Paulien ons opwachtten op het strand! Na twee leuke dagen aan het strand vertrokken we naar het volgende eiland; Koh Tao, om te gaan duiken. Koh Tao is zoals we op dit moment kunnen beoordelen honderd keer mooier dan Samui en hier heb je pas echt een vakantiegevoel. We verblijven in een 4 persoons bungalow aan het strand tussen de palmen en worden niet meer lastig gevallen door fruit, speelgoed, ijsjes, hangmatten, sieraden verkopende mensen op het strand. En ja hoor, waar Ronald al anderhalf maanden trots met zijn ‘bruine kleurtje’ op zijn armen rond heeft gelopen is door Erwin en Paulien gelijk de grond in gestampt. Van onder de parasol in de schaduw kijkt Ronald nu getreurd toe hoe de anderen de zon aanbidden. Misschien dat het over een jaar anders is.

Genoeg gezeurd; we gaan nu op pad het eiland verkennen en proberen een duik te regelen voor morgen! O ja, en Wobbe probeert zijn Duits bij te schaven en vraagt nu alles in het Duits (half Fries, Gronings en Duits door elkaar) aan Kathrin om maar een gesprek op gang te brengen. Das ist eines fantastisch beach haben wir hier! Heel grappig voor de anderen, we vermaken ons dus prima!

Tot horens vanuit, voor ons, het paradijs!

Natte voeten in Laos

Vanuit Vang Vieng, Laos; Sawadi! We zijn voor het eerst buiten Thailand en hebben wat rumoerige dagen achter de rug. Laten we bij het begin beginnen.

De reis ging vanuit Chiang Mai verder richting Pai, een relaxed bergdorpje in het noordwesten van Thailand. De weg ernaartoe was wat minder relaxed, om het nog zacht uit te drukken. Ik zal jullie even introduceren: 158 km aan beroerd stuk weg, gemiddeld stijgingspercentage van 8% en 762 bochten. Verdere obstakels: een Thaise Michael Schumacher als chauffeur, loslopende koeien op de weg en de Thaise top 40 die constant uit de speakers brult van het iets te krappe busje. De pilletjes tegen wagenziekte deden hun best maar waren tevergeefs.

Pai daarentegen was super, inderdaad heel relaxed met heel veel leuke barretjes en cafés. We sliepen er in een bamboehut met eigen veranda. De eerste twee dagen bestonden uit veel rondhangen in het dorpje en genieten van het lekkere eten. Althans voor Ronald. Kathrin had namelijk op de eerste dag een voedselvergiftiging opgelopen en zou de komende twee dagen doorbrengen op bed en op de wc. Toen ze weer opgeknapt was vertrokken we de volgende dag terug richting Chiang Mai om door te reizen naar Chiang Rai. Dit zou tot zover onze laatste stop worden in het mooie Thailand. Vanuit Chiang Rai gingen we per bus naar Chiang Khong om daar de Mekong rivier over te steken en uit te stappen in Laos. Tijdens de oversteek leerden we Ian en Pippa uit Manchester kennen, een super leuk stel waar we nog een week mee samen hebben gereisd.

Aangekomen bij de grenspost in Laos lag er een hond languit te slapen in het zonnetje. Volgens mij was het de mascotte van het land, want tjonge jonge wat nemen die gasten hun tijd! Alles gaat drie keer zo langzaam dan in Thailand en het scheelt ze ook helemaal niks dat je zolang staat te wachten.

Ian, Pippa en Ronald betaalden trouwens 35 dollar om het land in te komen, Duitse staatburgers, dus Kathrin, daarentegen 30 dollar (zijn ze toch nog ergens populair!).

In het wat creepy aandoend plaatsje aan de grens boekten we onze tickets voor de slowboat de volgende morgen die ons in 2 dagen over de Mekong rivier in Luang Prabang zou brengen. Iedereen die met de beruchte boot zou gaan was aan het speculeren hoe het eruit zou zien en wat te verwachten. Ik zag mensen voor ongeveer twee weken aan rantsoen inslaan en zenuwachtig heen en weer lopen die ochtend. Uiteindelijk viel het mee, de verwachte houten bankjes waren stoelen uit bussen en vliegtuigen en de gevreesde woeste stroomversnelling bleek een rustig stromende rivier. Eenmaal onze plek gevonden te hebben werd het toch wat drukker dan verwacht, onze beenruimte die we in het begin nog hadden maakte gauw plaats voor dozen met levende kippen en zakken met stinkende vis die de locals hadden mee gebracht. Al gauw begonnen enkele toeristen te klagen over het feit dat er teveel mensen aan boord waren en geen zwemvesten. Ook stonden er nog toeristen op de kade die wel een kaartje hadden gekocht maar geen plek hadden. De bemanning besloot na anderhalf uur te hebben overlegd dat de locals maar weer van de boot af moesten (inclusief 32 dozen, waaronder de kippen wat bouwmateriaal en potten en pannen) zodat de toeristen op de kade hun plek konden innemen. De locals werden op een andere sloep gepropt.

Het uitzicht tijdens de eerste dag maakte veel goed, je vaart dwars door de jungle heen en ziet af en toe een klein dorpje en wat vissers.

De tweede dag hadden we een betere plek en maakten we het ons gemakkelijk. De stoelen konden we omdraaien zodat we een plek voor 4 hadden en we hadden lekker eten bij ons. Verder waren er hele leuke mensen van verschillende nationaliteiten op de boot met elk mooie verhalen. Om de tijd (in totaal 13 ½ uur) te doden speelden we veel kaartspelletjes met geweldige namen. Zo is Kathrin nu uitmuntend in ‘rummi’, Ronald een topper in ‘shithead’ en Ian een held met een kaartspel dat geen naam had, maar vanaf nu ‘The Ian Game’ heet.

Rond 6 uur avonds eindelijk voet aan wal en op zoek naar een leuk hostel voor een douche en schone kleding. Het stadje, Luang Prabang, is een leuke plek tussen twee rivieren in met wat oude tempels in het midden. De prijzen hier zijn alleen wat aan de hoge kant vergeleken met Thailand.

De avond van aankomst was het al licht aan het regenen en dit zou onafgebroken doorgaan voor de komende 4 dagen. De motregen maakte plaats voor een plensbui en die ging weer over naar een tropische bui. De straten waren in no-time ondergelopen en modderstromen kwamen van de heuvels naar beneden. De 2e dag gebeurde het onvermijdelijke, er kwam nergens in het dorp meer water uit de kranen en een gigantische boom werd meegenomen door een modderstroom en viel bovenop een elektriciteitsmast waardoor alle elektriciteit in de stad uitviel. Na 2 dagen zonder water en stroom was de lol er wel af en besloten we om verder te reizen, meer zuidelijk naar Vang Vieng. Welkom in het regenseizoen!

We pikten al wat geruchten op over de zeer slechte wegen in Laos en in combinatie met de modderstromen overal zou het dus weer een leuke rit gaan worden.

We zien het nog staan op het ticket: travel time: approx. 6 hours. Toen we uitstapten in Vang Vieng waren we 19,5 uur verder! Het was een rit die we nooit meer zullen vergeten en waar we soms van geluk konden spreken dat we dit verhaal nu nog kunnen typen. Om jullie alle details te besparen, we zijn weer een hele ervaring rijker.

We zijn op dit moment dus in Vang Vieng, DE plaats om te gaan tuben. Voor de oudere lezers onder ons: tuben betekent met een oude rubberen band een rivier afknallen en hopen dat je een bar aan de zijkant kunt vastpakken om je daar dan te pletter te kunnen zuipen. Een goed medicijn dus na zo’n lange reis, lijkt ons zo.

De dag voor het tuben werden we opgeschrikt door de verhalen dat er door het slechte weer al veel gewonden waren gevallen en zelfs een dode. De gewonden waren voornamelijk 18 jarige dronken Engelsen. Dus met enige voorzichtigheid de rivier opgegaan. Het bleek fantastisch en we hadden een hele toffe groep. Iedereen ging uit z’n dak en na het tuben nog een poging gedaan om op stap te gaan maar iedereen was kapot. Tot zover de berichtgeving vanuit Vang Vieng. Als het goed is gaan we morgen met een kajak richting Vientiane, volgens ons veiliger dan over de weg te reizen……

Wink

Diep in de jungle

Hallo vriendjes en vriendinnetjes!

Het gaat goed met ons, kort maar krachtig. Het is nog maar vroeg in het jaar maar hebben al veel gedaan maar pakken ook genoeg relax momenten. Mijn adhd manier van reizen werkt namelijk niet echt in dit klimaat. We bevinden ons op dit moment in Chiang Mai, waar het heel gaaf is. Vriendelijke mensen alom en zeer goed eten. We zijn hier met de nighttrain gekomen vanuit Ayuthaya. Een rit van al met al 14 uur wat zeer goed te doen was.

Iedereen nog bedankt trouwens voor de felicitaties, mijn verjaardag hebben we samen met een groepje gekke Engelsen gevierd in een of andere vage bar waarna we door de locals werden uitgelachen op de manier hoe we zwalkend naar het hostel liepen. Als afsluiter van de dag hebben we beiden nog boven de pot gehangen om de combinatie rode curry, watermeloen en halve liters Chang bier te bekijken. Top verjaardag!

Gisteren hebben we een jungle trekking van 2 dagen gedaan dwars door de wildernis waarbij we in houten hutten sliepen tussen joekels van spinnen en kakkerlakken. Op dag 1 een tocht van 9km gemaakt, die zeer zwaar was maar super gaaf. Na de eerste 100meter hadden we al een nat pak en stonden we tot onze enkels in de modder, maar goed je wil een jungle trekking dus je krijgt er een. We hadden een hele leuke groep (9 mensen), van 4 Engelsen, 2 Ieren en 1 Welshman, en wij dus de Duits-Nederlandse tandem. Het was in combinatie met het happy water (lokale wodka) een topavond daar in de Thaise jungle. Onze guides waren na 2 glazen al helemaal de weg kwijt.

Na een slapeloze nacht, Ronald had last van z’n huisstofmijt allergie op de meest ranzige dekbedden ooit en natuurlijk geen medicijnen mee (sorry mam), gingen we verder op een olifant, dwars door de rivier Mae Taeng en de jungle. Wat een super beesten zijn dat, ze rammen overal doorheen en stoppen rustig onderweg om te gaan lunchen terwijl de olifant erachter met zijn slurf de ander z’n poeperd inspecteert. Hierna gingen we verder de rivier af met behulp van bamboe rafts. Hele leuke ervaring waarbij niemand droog bleef. Na een hobbelige terugweg waren we weer in ons hostel in Chiang Mai. Iedereen was gesloopt maar we hebben avonds toch nog even een borrel gedronken in de stad.

De volgende ochtend gebroken wakker geworden dus de stad in voor een massage! Ik moest tijdens de massage toch 2x kijken of niet Hulk Hogan me een massage aan het geven was, maar nee het was toch echt een klein thais vrouwtje van 40 kilo. Ik wist niet dat ik als voetballer zo lenig was. Kathrin lag naast me constant met een big smile. Yoga loont zich toch echt.

Morgen vertrekken we waarschijnlijk naar Pai en het uiterste noorden om daarna richting Laos te gaan. Dat willen we dan graag doen met de slow boat. En ja Ellen en Jelmer, we kopen een kussentje!

Tot zover, toedeledoki en tschussi vanuit amazing Thailand!

Jetzt Geht Los!

Eindelijk, we zijn vertrokken. Na anderhalf jaar van werken en veel sparen kunnen we eindelijk beginnen aan onze trip.

Op het moment dat ik dit typ, lig ik in een strandstoel, is het 30 graden, kijk ik uit op de rivier Kwai en drink ik een biertje. Maar goed, voordat ik daar aan toe kom zal ik bij het begin beginnen.

Vanaf Schiphol vlogen we naar Helsinki.(bedankt guys voor een top verassing op het vliegveld, maar we schrokken ons wel helemaal dood!) In Helsinki begonnen we met 3uur vertraging en aardig vermoeid aan de lange vlucht richting Bangkok. Uitgeput stapten we de hitte in van Bangkok (35graden en bewolkt). Met een taxi begon de rit richting ons hostel.

Ooh Holland! Aljan Lobben!! I like!!!; zei de taxichauffeur terwijl hij met 120 km/u op de vluchtstrook een vrachtauto inhaalde. We waren al aardig aan het zweten maar hierna gutste het aardig van de rug af.

Het hostel was top, goeie kamer, goed eten en rustig sfeertje. Het straatleven daarentegen totaal anders. Na zo’n lange vlucht en het centrum van Groningen gewend te zijn is het even wennen aan de mensen die je op straat van alles willen aansmeren en het overvolle verkeer wat geen regels lijkt te hebben.

De volgende dag opnieuw de stad in voor een sightseeing in een tuk-tuk. Om te eindigen met een ‘footmassage’ op de Khao San Road. en Ronald kreeg niet eens zweetvoeten omdat een vreemde man aan z’n voeten zat.

Nadat we uitgecheckt waren na 2 dagen Bangkok wouden we wat meer ontspanning en vertrokken we richting het noordwesten van Thailand, naar Kanchanaburi. Een twee uur durende busrit bracht ons naar een relaxt ogend stadje waar we een leuk guesthouse aan de Rivier Kwai uitzochten. Onze kamer dobbert ergens op het water die met een loopplank te bereiken is, niet verkeerd toch?!

We hebben de dagen erna onder andere de Erewan Falls bezocht en de omgeving verkend op een scooter.

Tot zover, morgen vertrekken we richting Attutaya om met de nighttrain naar Chang-Mai af te reizen! We missen nog niemand, maar dat komt vast nog wel…..:), we keep you posted!!!